
Slaap is absoluut essentieel voor onze gezondheid en ons welzijn. Het lijdt geen twijfel dat we slaap nodig hebben. Toch zijn er nog steeds eindeloos veel mythes over hoe je het beste kunt slapen, hoe je je lichaam kunt misleiden om minder te slapen en over vreemde rituelen die je kunt uitvoeren om beter te slapen. Sommige daarvan zijn volkomen ongevaarlijk, terwijl andere juist het tegenovergestelde doen van wat de bedoeling is.
In dit artikel bespreken we de vijf meestvoorkomende mythes over slaap, zodat je weet wat goed en fout is voordat je onder de wol gaat.
MYTHE 1: JE KUNT JE VERLOREN SLAAP INHALEN IN HET WEEKEND.
Feit: Slaapgebrek kan niet in één of twee nachten worden genezen. Daarvoor is een stabiel slaappatroon nodig.
Veel mensen denken dat ze doordeweeks minder kunnen slapen en dat ze dat in het weekend kunnen 'inhalen'. Maar onderzoek toont aan dat slaaptekorten niet zomaar kunnen worden opgelost met een paar extra uurtjes slapen op zaterdag en zondag. Volgens een onderzoek van Current Biology leidt slaapgebrek gedurende de week tot een vertraagde stofwisseling, meer honger en een slechter geheugen, zelfs als je in het weekend probeert om dit te compenseren.
Een stabiel slaappatroon, waarbij je elke dag rond dezelfde tijd naar bed gaat en wakker wordt, is veel effectiever voor de algehele slaapkwaliteit en gezondheid. Uit slaaponderzoek blijkt dat onze interne klok zich langzaam aanpast als we een stabiel ritme aanhouden. Grote schommelingen in bedtijden kunnen daarom een vorm van sociale jetlag veroorzaken, waarbij het lichaam moeite heeft om zich aan te passen aan een nieuw ritme.
MYTHE 2: HOE VROEG JE OPSTAAT, HOE PRODUCTIEVER JE BENT.
Feit: Slaapbehoeften en slaappatronen zijn genetisch bepaald – sommige mensen functioneren gewoon het beste laat op de avond.
Ochtendmensen worden vaak gezien als de meest productieve mensen, wellicht omdat de maatschappij is ingericht op mensen die vroeg opstaan. Onderzoek toont echter aan dat ochtendmensen een ander slaappatroon hebben dan avondmensen. Volgens een onderzoek van Nature Communications is ongeveer 40% van de mensen genetisch gepredisponeerd om tot ochtendmensen te behoren, terwijl 30% ervaart dat ze 's avonds de meeste energie hebben. De overige 30% zit ergens tussen ochtend- en avondmensen in.
En het is niet zo eenvoudig om een avondmens te dwingen heel vroeg op te staan. Dit kan de kwaliteit van hun slaap en hun productiviteit negatief beïnvloeden. Een optimaal slaappatroon draait niet om vroeg opstaan, maar om slapen op tijden die het best passen bij je eigen biologische klok. Daarbij maak je optimaal gebruik van de momenten van de dag waarop je lichaam en hersenen het best functioneren.
MYTHE 3: JE KUNT JEZELF TRAINEN OM HET MET 4-5 UUR SLAAP TE DOEN.
Feit: minder dan zes uur slaap heeft op den duur invloed op de cognitieve functies, het immuunsysteem en de stofwisseling.
Het is een wijdverbreide - en nogal misvatte - opvatting dat sommige mensen niet meer dan vier tot vijf uur slaap nodig hebben. Het komt vooral veel voor in de moderne maatschappij, waar uitspraken als "Je kunt slapen als je oud wordt" als feiten worden gezien en waar het voor je imago goed is om toe te kunnen met heel weinig slaap en het ontzettend druk te hebben. Maar niets daarvan is op waarheid gebaseerd. Hoewel er zeldzame genetische mutaties zijn die ervoor zorgen dat sommige mensen optimaal kunnen functioneren met heel weinig slaap, geldt dit maar voor heel weinig mensen.
Uit onderzoek van het National Institute of Health blijkt dat slaapgebrek ernstige gevolgen heeft voor de hersenfunctie, het immuunsysteem en de stofwisseling. Uit onderzoek blijkt dat minder dan zes uur slaap per nacht het risico op hart- en vaatziekten vergroot, het immuunsysteem kan verzwakken en het geheugen en de concentratie kan aantasten.
Experimenten hebben namelijk aangetoond dat mensen die consequent minder dan zes uur slapen, zich niet per se aanzienlijk vermoeider voelen, maar hun prestaties op geheugen- en reactietests dalen wel dramatisch. Dat betekent dat we niet altijd beseffen hoe erg slaapgebrek ons beïnvloedt.
MYTHE 4: ALS JE NIET KUNT SLAPEN, MOET JE GEWOON IN BED BLIJVEN.
Feit: in bed blijven liggen als je niet kunt slapen, kan je slaapproblemen verergeren – een korte pauze van bed kan helpen.
Veel mensen die aan slapeloosheid lijden, blijven in bed liggen en proberen zichzelf in slaap te dwingen. Het probleem is dat de hersenen bed associëren met frustratie in plaats van met rust, waardoor slaapproblemen kunnen verergeren.
In plaats daarvan raden slaaponderzoekers aan dat als je niet in slaap kunt vallen na 20-30 minuten (of de tijd die je normaal gesproken nodig hebt om in slaap te vallen), je opstaat en een rustige activiteit doet bij weinig licht, bijvoorbeeld een boek lezen (niet op een scherm!), knutselen, mediteren of iets anders doen waar je rustig van wordt. Als je je slaperig voelt, ga je terug naar bed. Op die manier behoudt het bed zijn functie als slaapplek en zorgt het niet voor frustratie en stress. Ook is het aan te raden om de slaapkamer en het bed 'heilig' te houden en een plek te reserveren om te slapen. Werken, eten, beeldschermen en dergelijke horen niet in bed thuis en kunnen de hersenen voor de gek houden en doen denken dat er van alles moet gebeuren behalve de zo belangrijke slaap.
MYTHE 5: ALCOHOL HELPT JE BETER TE SLAPEN.
Feit: alcohol kan je slaperig maken, maar heeft wel een negatieve invloed op de slaapkwaliteit.
Een van de hardnekkigste slaapmythes die er bestaat, is dat een slaapmutsje voor het slapengaan het beste slaapmiddel is. Dat klopt absoluut niet. Hoewel een glas wijn of een ander drankje ontspannend kan zijn, is alcohol verre van een goede manier om in slaap te vallen. Uit onderzoek van de Sleep Research Society blijkt dat alcohol de hoeveelheid REM-slaap vermindert. REM-slaap is cruciaal voor het geheugen, de emotionele zelfbeheersing en het herstel van de geest.
Ja, alcohol kan ervoor zorgen dat je sneller in slaap valt, maar wanneer het lichaam de alcohol 's nachts gaat verbranden, wordt de slaap verstoord. Dit leidt vaak tot meer nachtelijke wakker worden en onrustige slaap. Misschien heb je ook wel eens meegemaakt dat je heel vroeg wakker werd en niet meer in slaap kon vallen nadat je alcohol had gedronken? Het antwoord ligt in het feit dat het lichaam zich concentreert op het verwijderen van de alcohol, waardoor je niet rustig kunt slapen.
Slaap is een complexe wetenschap en we weten nog steeds niet veel over wat er precies gebeurt in het lichaam en de hersenen als we slapen. Maar één ding is zeker: de kwaliteit van je slaap heeft invloed op alles in je dagelijks leven: op de manier waarop je andere mensen ontmoet, hoe je met conflicten omgaat, je mentale energie, je stressreactie, je immuunsysteem en nog veel meer. Daarom is het belangrijk dat we ons beperken tot de feiten die we over slaap hebben en niet alleen vertrouwen op alle 'goede adviezen' die er zijn.